Aios begeleiden TOKIO-traject

Door de verminderde instroom van aios en de individualisering van de opleidingsduur, blijven er minder aios-uren over voor het werk in de kliniek. Desondanks moeten de kwaliteit van de zorg en de opleiding gewaarborgd blijven. Een uitdaging voor ziekenhuizen, maar tegelijkertijd een kans voor aios die zich willen profileren op het vlak van bestuur en organisatie. Steven Giesbers (aios gynaecologie in het Radboud universitair medisch centrum) en Robert Hoekstra (aios urologie in het Jeroen Bosch Ziekenhuis) begeleiden een TOKIO-traject en delen in het magazine van De Jonge Specialist over hun eerste ervaringen. 

Het TOKIO-traject is door de Federatie Medisch Specialisten ontwikkeld om ziekenhuizen te ondersteunen bij het samenstellen van een optimale formatie op de werkvloer. Steven doorloopt dit traject voor de vakgroep gynaecologie, Robert kijkt ziekenhuisbreed naar het optimaliseren van de formatie, dus komt daarbij met alle vakgroepen in aanraking. Beiden merkten in de praktijk de gevolgen van de verminderde inzetbaarheid van aios. Steven: “Binnen de gynaecologie waar de dienstbelasting relatief hoog is, merken we als aios dat we steeds vaker diensten draaien. Dat valt eigenlijk niet te rijmen met een goede opleiding. Een oplossing voor dit probleem is taakherschikking. Zijn er taken die nu door aios worden gedaan, maar die ook door iemand anders kunnen worden gedaan?” Robert vertelt: “Ook bij ons groeit het besef dat er steeds minder aios op de werkvloer lopen. Omdat dit bij meerdere vakgroepen speelt, is in onze kliniek besloten om het probleem ziekenhuisbreed te benaderen. Zelfs vakgroepen die geen aios hebben, betrekken we, want ook voor hen is het zinvol om te zien of processen geoptimaliseerd kunnen worden.” 

Verschillende scenario's

Tijdens de eerste fase van het traject kijken de aios hoe de dagen en de diensten ingedeeld zijn, met speciale aandacht voor de taken van de arts-assistenten. Robert: “We willen per vakgroep weten welke eisen ze stellen aan de kwaliteit van zorg en welke knelpunten ze zien als het aantal aios terugloopt. Daarna komt de vraag: wie kan die taken overnemen? Is dat een physician assistant, een anios, een ziekenhuisarts of een medisch specialist? Een physician assistant kan bijvoorbeeld geen arts vervangen in het reanimatieteam, maar kan wel taken op zaal overnemen. Als we die vragen beantwoord hebben, kunnen we het TOKIO-rekenmodel gebruiken om allerlei verschillende scenario’s met elkaar te vergelijken.” 

Urgentie

Beide aios verwachten dat het doorlopen van het TOKIO-traject een half jaar zal duren. Zij krijgen tijd vanuit de opleiding om dit traject te begeleiden. Steven: “Het is heel goed om eens op deze manier mee te denken over de organisatie van zorg en opleiding, al gaat het soms erg diep in op de bedrijfsvoering. Het belangrijkst is dat aios gaan inzien wat de urgentie is van dit probleem. Wij zijn op de werkvloer degenen die nu hun stem moeten laten horen over wat wij acceptabel vinden als het gaat om de kwaliteit van de zorg en de kwaliteit van de opleiding. 

Iets voor jou?

Inmiddels werken al 22 ziekenhuizen met een TOKIO-traject. In meerdere van deze huizen hebben aios hierbij een rol als trajectbegeleider. Lijkt dit jou ook iets? Bespreek dit dan met je opleider.